Andi Vonlanthen viert mijlpaal

5 vragen aan dé R&D-man bij Phonak

Andi Vonlanthen startte zijn loopbaan bij Phonak in 1984 en sinds 2012 is hij Phonaks Group Vice President R&D. Hij is verantwoordelijk voor vele innovaties en productintroducties in de hoorbranche. Zo stond hij aan de wieg van AudioZoom, waarmee voor het eerst twee microfoons werden gebruikt in plaats van één. Eind dit jaar viert hij zijn 40-jarig jubileum bij het Zwitserse bedrijf. Reden voor onze redactie om deze bevlogen Zwitser tijdens EUHA op te zoeken.

Al bijna 40 jaar bij Phonak. Was dat altijd al een droom?

“Ik had al jong een soort missie om mensen met gehoorproblemen te helpen en om ze met onze oplossingen weer ‘normaal te laten horen’. Als jonge engineer hielp ik bijvoorbeeld ook mijn grootouders met hun gehoorproblemen.”

Wat betekent innovatie voor u?

“Innovatie is voor mij de motor van onze organisatie. Soms denken mensen dat ‘een goed idee’ hetzelfde is als innovatie, maar innoveren doe je met de hele organisatie. Het begint misschien met een idee bij R&D, maar dan volgt productontwikkeling, het op de markt brengen, sales; dat is een breed teamproces waar heel hard gewerkt wordt. Als de slechthorende consument aan het eind van de rit een Phonak-product koopt, hebben we het goed gedaan. Je kan een goed idee hebben en een mooi product maken, maar als je het niet verkoopt, blijft het bij een idee. Dat is wel een verschil. Het is een totaalpakket van creativiteit en techniek. En natuurlijk is niet alles succesvol. Maar daar leer je ook van. Als je weet wat je niet goed hebt gedaan, kun je dat weer meenemen bij een volgende innovatie.”

Super-Front was misschien wel de redding van het bedrijf

“Ik heb dat ooit in een interview gezegd, die uitvinding was inderdaad heel belangrijk. Destijds, in 1978, worstelde de directie met de vraag wat ze konden doen tegen bedrijven als Siemens, Philips en Bosch; grote partijen die destijds ook actief werden in horen. Wij waren een klein bedrijfje uit Zürich en wilden een niche vinden. We hadden misschien wel de beste oplossing voor ernstig gehoorverlies en waren vooral sterk met onze range voor kinderen. Kindergeneeskunde was een belangrijke pijler. Maar het waren ook wel andere producten die het bedrijf overeind hielden. In de jaren 80 maakte onze R&D steeds meer stappen, maakten we bijvoorbeeld ook kleinere hoortoestellen voor kinderen. Hierdoor konden we verder groeien.”

Heeft een complexere markt invloed op productontwikkeling?

“Zeker! Toen ik bij Phonak startte, werkten we op R&D met ongeveer 10 mensen. Nu zijn dat er 600. Vroeger gebruikten we bijvoorbeeld vrijwel geen software, iets aan de kwaliteit aanpassen was toen wel eenvoudiger. Met de nieuwe technologieën en ontwikkelingen zoals ‘wireless’ had je ook meer engineers nodig. Nu is er AI, dus dat is ook weer anders. Daarvoor hebben we wederom nieuwe experts nodig, andere processen en technologie. Je kunt je afvragen of we nog wel lange termijn-doelen nodig hebben. Wellicht hebben we straks bepaalde technologieën niet meer nodig omdat ze worden vervangen door andere. Ik denk dat AI veel potentieel heeft.”

Wat heeft u 40 jaar bij Phonak gehouden?

“Ik houd vooral van de open cultuur, met korte lijnen. Ons kantoor in Stäfa, dat in 1987 werd geopend, is een mooi voorbeeld. Het nieuwe Phonak House waar we naartoe verhuisden had alleen een voordeur. Alles was open. En natuurlijk de mooie producten die we, met de nadruk op ‘we’, hier maken. Ik zou voor geen ander merk kunnen werken.”

Voor meer info: www.phonak.com