Plotseling gehoorverlies mogelijk voorteken van vaatproblemen bij zestigplussers

De laatste jaren wordt plots gehoorverlies vaak genoemd als mogelijk voorteken van vaatproblemen in de hersenen. Onderzoekers van Radboudumc, LUMC en Gelre Ziekenhuizen vonden in patiëntendossiers van huisartsen alleen bij zestigplussers een verhoogd risico. Moet de behandeling daarop worden aangepast?

 

Van elke 100.000 Nederlanders worden jaarlijks vijf tot twintig mensen overvallen door plotselinge doofheid. Soms komt dat door een infectie, een autoimmuunziekte, een trauma of medicijngebruik, maar in verreweg de meeste gevallen blijft de oorzaak onbekend. De huidige behandeling met corticosteroïden, gebaseerd op het idee dat het waarschijnlijk gaat om een ontsteking na een virale infectie, blijkt dan ook vaak niet effectief.

 

Cortico’s of bloedverdunner

Vrij recent is het idee geopperd dat een deel van de plotselinge doofheid te wijten is aan vaatproblemen. Een verstopping van de bloedvoorziening naar de gehoorzenuw zou de gehooruitval bij een deel van de patiënten kunnen verklaren. Als dit klopt heeft dat consequenties voor de behandeling. In deze specifieke gevallen is een behandeling met bloedverdunners dan mogelijk effectiever. Het plotselinge gehoorverlies kan ook worden beschouwd als voorteken van meer vaatproblemen, met een verhoogde kans op een TIA of herseninfarct. Hoewel in enkele studies vaatproblemen als oorzaak voor plotselinge doofheid worden gezien, baseren ze zich vaak op niet-medische onderzoeksgegevens.

 

Elektronische patiëntendossiers

Tjard Schermer (epidemioloog in het Radboudumc), Fieke Oussoren (arts-onderzoeker in het LUMC) en hun collega’s uit Gelre Ziekenhuizen in Apeldoorn gebruikten daarom gecodeerde gegevens uit elektronische patiëntendossiers van de huisartsendatabase van het Radboudumc over de periode 1 januari 2011 tot 31 december 2021. Ze vonden bijna 500 patiënten van 18 jaar en ouder die voldeden aan de definitie van plotselinge doofheid en vergeleken die met bijna 2000 controles.

 

“In beide groepen hebben we geanalyseerd hoeveel mensen vijf jaar na de plotselinge doofheid een herseninfarct of TIA hebben gehad. Dat hebben we genomen als een maatstaf voor vaatproblemen in de hersenen. Dan zien we eigenlijk geen verschil tussen de groep met plotselinge doofheid en de controlegroep. Maar kijken we wat specifieker naar zestigplussers met plotse doofheid, dan zien we wél een verschil. Zij hebben in ons onderzoek een verhoogde kans op een herseninfarct of TIA. Dat geldt zowel ten opzichte van de controlegroep als de groep met plotse doofheid die jonger is dan 60 jaar.” – Tjard Schermer, epidemioloog in het Radboudumc

 

Risicomanagement

Als zestigplussers met plotse doofheid inderdaad een verhoogde kans op een TIA of beroerte hebben, kan een behandeling met bloedverdunners worden overwogen. Tjard Schermer wijst erop dat in Duitsland na plots gehoorverlies soms al wel cardiovasculair risicomanagement wordt overwogen, maar voorlopig blijft hij voorzichtig. “Voordat je dit gaat doen is meer onderzoek nodig dat onze resultaten bevestigt”.

 

FOTO CREDITS: Pexels, foto door RDNE Stock project